Vorig jaar, 5 juni 2019, stopte ik volledig met mijn antidepressiva. Twintig jaar lang slikte ik verschillende soorten. Het bleek een enorme zoektocht. Toen ik zestien jaar was ben ik ermee begonnen. Ik was nog zo jong, was eigenlijk nog een kind en alles aan het ontdekken. Ik dacht op dat moment dat ik al heel veel wist, maar toch vond ik niet waar ik zo naar verlangde; rust. Ik had al heel veel meegemaakt en ervaren, maar het leven voelde te zwaar. Te zwaar om te dragen. Ik kon het niet aan en zag het leven niet meer zitten. Worstelde elke dag om de dag door te komen. Ik was moe, zo ontzettend radeloos en moe. Moe van het strijden, elke dag het vechten in mijn hoofd. Ik kon niet meer, was op. Ik had echt géén idee hoe verder te gaan. Onlangs vond ik een gedichtje terug die ik destijds vaak heb gelezen. Het zou komen bij mijn afscheidsbrief. De afscheidsbrief voor mijn ouders en zus. Dit weer te lezen deed me beseffen dat het nu zoveel anders is, hoe ik veranderd ben. Tranen kwamen meteen op. De herkenning van het machteloze gevoel toen en de dankbaarheid van nu.
Angst voor terugval
Soms heb ik nog momenten van angst. Angst of ik het wel aankan. Angst voor de pijn. Angst voor de klap. Dat het toch niet goed zal gaan en ik weer in een depressie zal glijden. Ik weet dat dit mijn hoofd is. Het hoofd zit al snel in de toekomst of in het verleden. Het is ook logisch. Ik snap dat die angst nog ergens in mij sluimert omdat het jarenlang zijn gang kon gaan, omdat het de realiteit was. Depressie liep als een rode draad door mijn leven. Door het te begrijpen zwakt het gevoel weer af en kan ik het relativeren en overzien. Het is daarnaast een feit dat je meer kans hebt op een depressie wanneer je gevoelig bent, wanneer je heftige dingen mee hebt gemaakt en wanneer je er al meerdere in je leven hebt gehad. Zelf was ik dertien toen ik mijn eerste depressie kreeg. Dus ja, ik snap de angst heel goed en kan het relativeren. Ik weet waar het vandaan komt en weet ook dat een deel oude pijn is. Ook weet ik nu precies wat voor me werkt en wat niet. Ik werk elke dag bewust aan mezelf, ook en misschien wel juist als het even minder gaat.
Intens geluk
Daar waar ik soms nog de angst voel, voel ik me nu ook regelmatig intens gelukkig. Gelukkig met alles wat ik nu in mijn leven heb, met alles wie ik ben. Ik zie dat er zoveel is om blij mee te zijn, om dankbaar voor te zijn. Soms voel ik die gevoelens van intens geluk op de gekste momenten, raak ik ontroert om de kleinste dingen, simpelweg omdat ze me zo blij maken. Ben ik dankbaar voor het leven, voor de zon die me haar warmte laat voelen. Het klinkt misschien als een cliché, maar juist deze simpele dingen maken dat ik me enorm gelukkig kan voelen en er intens van kan genieten. Lekker eten, pas gemaaid gras, herten of ander wild zien, tijd samen met mijn dierbaren, fietsen of wandelen door het bos, een eekhoorntje in een boom, mijn dieren, de bloemen in de tuin. Teveel dingen om op te noemen. Ik word er heel erg blij van. Dan voel ik kriebels in mijn lijf. Kriebels die door de medicatie waren afgevlakt. Ik voel ze nu helemaal, tot in mijn diepste kern. Ze zijn een deel van mij, dit is wie ik ben.
Weten dat het kan
Hoe het verder zal gaan, weet ik natuurlijk niet. En dat is ook niet belangrijk. Het voornaamste is dat ik weet dat ik het kan, dat ik alles voelen kan, dat ik tegenslagen en verlies aankan, zonder medicatie. Dat ik weet hoe het voelt om echt vanuit mezelf te leven. Hoe dankbaarheid en geluk écht voelen. Helemaal vanuit mezelf en niet vanuit een pil. En ook, dat ik mag accepteren dat het soms even minder gaat. Dat dat oké. Dat dat het leven is. Het leven is één grote ervaring, een bijzonder doorlopend proces. We blijven altijd leren en groeien, tot aan onze dood. Eigenlijk is het best gek. Daar waar ik vroeger zo naar de dood verlangde – of eigenlijk meer naar rust, ik wilde niet echt dood – wil ik nu helemaal niet dood. Ik wil leven. Ik wil zo lang mogelijk genieten van alles wat ik heb, van alles wat het leven mij te bieden heeft, van de mensen om mij heen. Ik weet nu zoveel meer dan dat ik toen wist. Ik heb het me lang niet kunnen voorstellen of überhaupt kunnen zeggen, maar het leven is veel te mooi om op te geven. Ik ben blij dat ik hier ben.